Jair Tchong schreef een bevlogen relaas over de avond van 6 november 2013, die in het teken stond van schrijver en componist Matthijs Vermeulen. Uit zijn blog haal ik met plezier een paar alinea’s, lees vooral het hele verhaal.
‘Afgelopen woensdag kwam in de Larense Johanneskerk een hooggeleerd gezelschap van Vermeulen apologeten bijeen. Dichter en Volkskrant-criticus Erik Menkveld schreef een roman, musicoloog Leo Samama een monografie en musicoloog Ton Braas de hierboven genoemde biografie. Een avond lang wist men boeiend te verhalen, vooral over de relatie tussen Matthijs Vermeulen en Alphons Diepenbrock (1862-1921), de componist waarmee Vermeulen een moeizame vriendschap onderhield. Inzet van de avond was de vraag hoe als schrijver tot de essentie van een bestaan te komen: met de vrijheid van de romancier (Menkveld over Vermeulen) of met de precisie van de musicoloog (Samama over Diepenbrock).
Het mooiste aan deze avond was wel dat een twistgesprek hier niet de bedoeling was, eerder het uitwisselen van overwegingen waarmee Menkveld en Samama hun studieobject hebben benaderd. Menkveld (die in 1997 als Bezige Bij-redacteur de Vermeulen biografie van Braas had geredigeerd en zo op het onderwerp kwam) is overduidelijk gegrepen door de fenomenale inzet waarmee Vermeulen als criticus en als componist bleef doorwerken, tegen alle naargeestige omstandigheden in. Samama gaf even gedreven een hoorcollege, waarin hij heel enthousiasmerend een blik in de keuken van de musicoloog gaf: welke bewering is aantoonbaar of aannemelijk? Detectivewerk op niveau, waarbij Samama diep in de composities van Vermeulen graaft en kraakhelder de radicaliteit daarvan duidelijk weet te maken. Zelden een musicoloog zo helder horen praten als Samama!’