Ter gelegenheid van het toekennen van de Visser-Neerlandiaprijs aan Frans Brüggen op zaterdag 25 mei 2013 sprak ik het volgende laudatio uit.
Beste Frans, dames en heren!
Het is een grote eer voor mij hier te mogen staan en een loftuiting te mogen uitspreken voor Frans Brüggen. Niet alleen omdat hij een groot musicus is en voor de muziek in ons land en daarbuiten ongemeen veel heeft betekend. Maar ook om wat hij voor mij persoonlijk heeft betekend. Laat ik mij daarover allereerst nader verklaren: het zal in 1966 of 67 zijn geweest dat op een dag een klavecimbel het huis van mijn ouders werd binnen gedragen door een elegante oudere heer. Onze vleugel ging strak in de hoek. Kort daarop verscheen een jongere editie van de heer en zijn naam was Gustav Leonhardt. In zijn kielzog kwamen wat later nog drie heren ons huis in: een cellist, een violist en een fluitist, oftewel Anner Bijlsma, Jaap Schröder en Frans Brüggen. ’s Middags werd gerepeteerd en ’s avonds was het huisconcert.
Die dag heeft mijn kijk op de uitvoeringspraktijk veranderd. Ik begreep nu en voor altijd wat het belang is terug naar de bronnen te gaan. Oude muziek vanuit de tijd zelf te benaderen en niet van ons uit terug. En omdat ik zelf fluit speelde toen, was Frans mijn grote held geworden. En dat is hij tot op heden gebleven. Meer dan wie dan ook in ons land heeft hij mijn generatie duidelijk gemaakt wat het betekent je te verdiepen in de muziek van vervlogen tijden, hoe belangrijk het is alle muziek te benaderen met de nieuwsgierigheid van een onbevooroordeeld kind.
Het is ook met dat in het achterhoofd dat hij enkele jaren na dit huisconcert bij mijn ouders, de uitspraak deed dat elke noot Mozart uitgevoerd door het Concertgebouworkest als een leugen beschouwd moest worden. Het orkest moest – zeker toen – nog leren wat het betekent Mozart uit te voeren met de klinkende wereld van Mozart zelf in de oren, en dan nog benaderd vanuit de componisten voor hem en niet na hem.
Frans Brüggen begon zijn loopbaan als blokfluitist in het midden van de jaren vijftig. Maar hij speelde van meet af aan daarnaast ook traverso. En hoewel hij al spoedig verbonden werd aan de oude muziek beweging, was Frans een alleseter, die in de jaren zestig met veel inzet en plezier ook tal van moderne werken heeft uitgevoerd. Wie er bij was in juni 1969 zal nimmer meer vergeten hoe Frans met de contrabasblokfluit de indrukwekkende solo uitvoerde van Q = Quetzalcoatl uit de collectieve opera Reconstructie. Maar ook nieuwe werken Louis Andriessen en Luciano Berio stonden op de lessenaar van Brüggen. Op een dag heeft hij zelfs Igor Stravinsky om een nieuw werk gevraagd. De anekdote daarover moet Frans maar zelf eens vertellen….
Kortom, Brüggen was niet monomaan, maar veelzijdig begaafd en veelzijdig geïnteresseerd. Literatuur, kunstgeschiedenis, muziekwetenschappen, alles wat tot de menselijke uitdrukkingskunst gerekend kan worden had en heeft zijn intense belangstelling. Het is juist ook daardoor dat hij bij alles tot het gaatje wil gaan, van alles ook alles wil weten. En dat hij tenslotte na een succesvolle loopbaan als blokfluitist en traverso-speler, als gevierd docent in binnen- en buitenland, als editor van een veelheid van muziekwerken voor zijn instrumenten, besloot dat er nog één belangrijke stap te zetten was, een weg te bewandelen, namelijk die waarin hij kon laten horen waarom hij toentertijd zo gefoeterd had op de manier waarop de gevestigde muzikale orde Mozart uitvoerde, en in feite ook Bach of Beethoven.
En zo begon hij in 1981 aan het volgende grote avontuur in zijn loopbaan: hij werd de dirigent en artistiek leider van een collectief van gedreven specialisten in de oude muziek om met elkaar de werken van de 18e eeuw uit te voeren: het Orkest van de 18e eeuw. Samen met de onafscheidelijke Sieuwert Verster hebben Frans en zijn orkest nu al meer dan dertig jaren lang een ontzagwekkend omvangrijk oeuvre tot klinken gebracht, en niet alleen uit de 18e eeuw. Ook de 17e en de 19e eeuw werden ruimschoots bediend. Chopin door Frans en zijn Gideonsbende is minstens zo spannend als Bach of Mozart of Rameau of – nu ja, noemt U ze maar. In meer dan honderd tournees heeft hij zijn orkest over de gehele wereld gebracht. Tientallen CDs zijn hebben daarvan getuigenis afgelegd.
En ook daar bleef het niet bij. Want toen Frans Brüggen eenmaal zijn naam als gedreven en bevlogen dirigent had gevestigd, kwamen al spoedig ook uitnodigingen van andere orkesten: het Concertgebouworkest, het Orchestre de Paris, de Radio Kamerfilharmonie, het Chicago Symphony Orchestra, en nog veel meer. Hij is veelvuldig geprezen en gelauwerd, van lintjes en oorkondes voorzien, en nu – op deze heuglijke middag – is hij de ontvanger van de Visser-Neerlandia Prijs 2013 voor zijn bijzondere bijdrage aan het Nederlandse muziekleven, aan de muziek zelf, als musicus, als wetenschapper en vooral als bevlogen en hartverwarmend mens.
Voorburg, mei 2013